Boonstra: “Ook ik sport voor mijn plezier!”

1898874_554528457979345_2057899615_o
Boonstra: “Ook ik sport voor mijn plezier!”

Miranda Boonsta is in Nederland nog altijd een hele sterke en goede loopster. Ze behoort dan ook op haar 42e nog altijd tot de Nederlandse top. Een prestatie op zich. Daarnaast is Boonstra nog vol ambitie en enthousiasme om voor kwalificatie van de Olympische spelen in Rio te gaan. In 2012 kwam ze slechts 8 seconden te kort. Daardoor heeft ze de Olympische spelen in Londen gemist.

Sportverleden
Sporten zat er bij Boonstra altijd al in. Zeker als je Miranda citeert: “Vroeger speelden we veel buiten. Op de lagere school deed ik aan ballet, op de middelbare school werd het turnen. Toen ik merkte dat ik niet echt meer vooruit ging met turnen zocht ik iets anders. Mijn turnjuffrouw zei toen: “Volgens mij moet jij op atletiek!” Turnen vond ik echter nog veel te leuk.

Een meisje bij ons op school was goed in atletiek. Ze ging bijvoorbeeld naar de WK cross bij de jeugd. In Alphen aan de Rijn, waar ik ben opgegroeid, is een meer van ongeveer 5 km omtrek. Eén keer per jaar moesten we daar zo snel mogelijk om heen rennen. Ik vond dit altijd leuk en versloeg ook vele jongens. Dat was echt super leuk!

Toen ik ging studeren werd het tijd voor een andere sport, dat werd dus atletiek. Ik begon met sprinten op de 100 meter en 400 meter. De oudere lopers (veteranen) deden de lange afstand. Echt leuk waren de korte afstanden niet want ik was helemaal niet goed. Toch heb ben ik door blijven gaan. Na ongeveer 4 of 5 jaar sprinten heb ik toch maar een keer meegedaan met de loopmeerkamp. Je kon verschillende afstanden lopen. Ik liep de 1500 en 5000 meter en dat ging direct heel goed. Dat wilde ik blijven doen! Pas in 2004 ben ik overgestapt naar de steeple chase.

Sporten zit dat ook in de familie?
Het sporten zit bij ons helemaal niet in de familie. Ik heb een zus die een beetje hardloopt . Zeker als ik geblesseerd was dan dachten mensen waarom ga je niet “normaal doen”. Mijn familie vindt het wel super leuk dat ik zo fanatiek ben.

Welk beeld hebben anderen van jou als sporter?
Ik hoor snel van anderen “ja maar ik sport voor mijn plezier”. Het lijkt daarmee alsof toplopers niet net zoveel plezier hebben! Ik kan genieten van mijn trainingen, een mooie duurloop in het bos of een goede tempotraining! Het beeld van “Jij sport altijd of je bent sportverslaafd” herkent Miranda inmiddels niet meer. Wanneer je echt goed bent en je prestaties er ook naar zijn dan snappen mensen beter waar je voor traint. Aan de andere kant zijn er mensen die denken dat je met 2x trainen in de week tot dit soort prestaties komt.

Ik denk dat ik het lopen heel goed los kan laten, ik vind het heerlijk om na een marathon mijn schoenen 2 weken in de kast te zetten. Echt over een verslaving wil ik dan ook niet praten. Ik weet waar ik voor train, ik weet hoe ik het moet indelen om naar een prestatie toe te werken. Ik kies mijn doelen bewust om daar te presteren. Je hoeft niet elke week een wedstrijd te lopen en ik denk zelfs dat je er niet beter van gaat lopen.

10574394_781775801867020_2050658128562848993_n

Beginnersfout?
Mijn fout was denk ik wel dat ik vroeger te hard trainde. Dat is ook een fout die heel veel mensen maken. Je laat je toch snel door de rest “opfokken”. Dat is niet de beste manier om goed te gaan hardlopen.

Het hele jaar goed zijn daar geloof ik niet in. Je kan best het hele jaar “gemiddeld oké” zijn en daarmee kleine wedstrijden winnen. Wie echt wil “pieken” en bijvoorbeeld een persoonlijk record wil lopen, moet een doel hebben waar je naar toe moet werken. Je kunt niet veel harder lopen dan je ooit gedaan hebt en het mentaal opbrengen als je “gemiddeld oké” bent.

Mooiste overwinning
In 2009 liep ik op mijn thuisbaan in Nijmegen het Nederlands record op de steeple chase. Het publiek was waanzinnig en daarom was toch wel een van mijn mooiste overwinningen. Al moet ik zeggen dat ik niet zoveel wedstrijden win omdat ik bewust kies voor wedstrijden met concurrentie. Ik ga daarvoor zelfs naar het buitenland.

Diepste dal
De nasleep van de marathon Rotterdam in 2012 is wel echt mijn diepste dal geweest. Daar kwam ik 8 seconden te kort voor de Olympische spelen in Londen en toen liep ik tegen een muur van regels op. Ik heb echt de motivatie bij elkaar moeten halen om daarna weer te gaan trainen voor de marathon van Eindhoven.

Niet helemaal fit en dan?

Als ik niet helemaal fit ben en me een beetje ziek voel ga ik echt niet trainen. Dan breek je alleen maar af. Zeker wanneer je echt ziek bent is het zelfs gevaarlijk om te gaan lopen. Dat moet je echt niet willen. Een (kleine) verkoudheid daar kan je wel mee lopen, het is zelfs best goed om dan even lekker te zweten en alles te laten lopen. Dan pas ik indien nodig wel mijn training aan. Met een kleine blessure loop ik wel door maar als het meer is dan dat, dan stop ik ook zeker!

Heb jij de concurrentie nooit gemist?
Nee, de concurrentie heb ik vaak opgezocht. Heel veel steeple wedstrijden liep in het buitenland. Super gaaf waren ook de wedstrijden in Zuid-Korea en China! Die wedstrijden hebben mij ook zeker sterker gemaakt. Wanneer ik alleen in Nederland was blijven lopen had ik niet zo hard gelopen als nu. Dan had ik gedacht: “ik ben er wel”. Tegen de wereldtop weet je pas echt waar je staat en dat geldt ook voor grote wegwedstrijden. Dat is ook een drijfveer om goed te blijven trainen en je doel te halen.

Wat vind je van het huidige niveau in Nederland?
Echt -SUPER- goed bij de dames! We hadden nu 4 middel lange-afstand dames op het WK staan! Een unicum, volgens mij is dat nog nooit gebeurd. Wanneer je ziet dat anderen hardlopen motiveert dat!! Je denkt dan: “Dat kan ik ook!” Wanneer er geen goede atleten zijn denken sommige meiden misschien dat het voor een Nederlands meisje niet bereikbaar of haalbaar is. De meest in het oog springende dames zijn op dit moment Maureen Koster, Susan Kuijken, Jip Vastenburg en Sifan Hassan.

Toekomst
Helaas heb ik een vervelende blessure overgehouden aan de marathon van Rotterdam in 2015. Ik voel dat het langzaam beter gaat. Toch gaat het de marathon van Berlijn niet meer worden. Volgend voorjaar wil ik een snelle marathon lopen. In ieder geval met een tijd onder de 2.30 uur. Ik ga mijn best doen om me te kwalificeren voor Rio en dan zal ik onder de 2.28 moeten lopen.